Eerste nulmeting voor discriminatie bevestigt beeld van open sector

Eerste nulmeting voor discriminatie bevestigt beeld van open sector

Van 2021 tot 2024 vond voor de allereerste keer een sectoroverschrijdende nulmeting plaats naar discriminatie op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor de social profit werd het onderzoek begeleid door VIVO vzw. De onafhankelijke onderzoekers konden geen discriminatie vaststellen aan de hand van correspondentietesten. Uit het overkoepelend rapport van het Departement WSE blijkt dat de social profit hiermee de enige sector is waar geen discriminatie werd vastgesteld.
Instroom-min.jpg

De Vlaamse overheid sloot met 38 sectoren een addendum binnen de sectorconvenants af over “Non-discriminatie en Inclusie”. Deze addenda liepen gedurende de periode 2021-2022 en werden nog verlengd tot 30 juni 2023. Voor de social profit werd dit addendum toegewezen aan VIVO vzw.

In het kader van deze addenda werd afgesproken dat de sectoren een nulmeting zouden uitvoeren naar discriminatie tijdens de aanwervingsfase. De sectoren konden zelf een risico-inschatting maken om te bepalen op welke vorm(en) van discriminatie men zich zou richten. Zoals de meeste sectoren besloot VIVO vzw te zoeken naar discriminatie op grond van etniciteit/migratieachtergrond.

Correspondentietesten

Als methodiek voor het testen van aanwervingsdiscriminatie worden meestal correspondentietesten naar voren geschoven. Die zijn namelijk heel betrouwbaar en laten ook toe om resultaten te vergelijken. Correspondentietesten houden in dat er 2 vrijwel identieke cv’s worden verstuurd in antwoord op een bestaande vacature, waarbij de cv’s enkel mogen verschillen op de onderzochte discriminatiegrond. In het geval van etniciteit/migratieachtergrond gaat het dan bijvoorbeeld over de naam en nationaliteit, extra moedertaal, adres, contactgegevens, onderwijsinstelling of vorige werkgevers.

Het stond de sectoren vrij om te kiezen welke methode te hanteren of zelfs om methodes te combineren. 20 van de 38 sectoren hebben minstens ook gebruik gemaakt van correspondentietesten.

Geen discriminatie vastgesteld in de social profit

Voor de social profit werd het onderzoek uitgevoerd door Ipsos. Er werden tussen augustus en december ’22 steekproeven gehouden in drie sectoren: PC 318 (gezins- en bejaardenhulp), PC 319 (gehandicaptenzorg, jeugdhulp en algemeen welzijnswerk) en PC 330 (federale gezondheidszorg). In alle drie de sectoren was de steekproef voldoende groot om representatief te zijn.

Uit de resultaten blijkt dat in geen enkele van de onderzochte sectoren een significant verschil in reacties tussen beide profielen kon worden vastgesteld. In PC 318 werd het profiel met niet-Vlaams klinkende naam zelfs vaker uitgenodigd voor een gesprek.
Van de zeven sectoren die gebruik maakten van correspondentietesten, hierbij een voldoende grote steekproef hanteerden én onderzochten op discriminatie op basis van etniciteit, was de social profit de enige sector waar geen discriminatie kon worden vastgesteld.

Lees het onderzoeksrapport op de website van VIVO of download hieronder het onderzoeksrapport van het Departement WSE.